Unknown Pleasures

De kreek die uitmondt in zichzelf,
rimpeling van verzonken.
Gevangen in zuidwesthoekklei,
de zee in land verdronken.

Waar we polsstok sprongen in de wei
en vreeën tussen koeienstront.
Waar ik thuis met blauwe ballen kwam,
Met blauwe jeiter aan mijn kont.

Waar volgens buurvrouw zondags werk niet gedijt,
was zij volgens vader op die dag verwekt.
Waar we verder alle dagen zwegen,
De tafel stipt om 6 gedekt.

Waar mijn zaad en roem niet
wilden aarden in het begraasde gras.
Waar nu een nieuwe nieuwbouwwijk
Nieuwer is dan toen de onze was.

Waar ik woorden zocht voor
wat voor mij alleen onzegbaar leek.
Woorden die ik voor mezelf zweeg.
Waarvan ik nog de stille echo hoor.

Waar ik in de koopjesbak van Minkema,
Nota bene, Unknown Pleasures vond.

Waar dan toch maar mooi uit bleek
dat er dus wel degelijk iets bestond.