Vissers

Zoekt jouw blik in mij
een plek om heen te gaan,
zoals mijn kleine ogen
een houvast bij jou?

Stil sta ik aan dit vreemde bed,
net als vroeger aan de dijk.
Twee vissers uit de grote stad.

Nog altijd niet wetend
wat te zeggen,
wordt het afgedaan met scherts.

Maar toch: mijn hand
op jouw schouder, vlijt even
mijn hoofd op jouw zachte trui