Hij had gedronken gisteravond.
Zonder rekenschap,
als een ter dood veroordeelde zoveel.
De eerste glazen waren ontspanning,
een bevrijding van de druk,
de laatste regels van een moeizaam schrijven.
Toen volgde wat aan dronkenschap voorafgaat:
de langzame vertroebeling, het wankelen,
stotteren en steeds harder herhalen.
En tot slot zoals het altijd eindigt:
alsmaar voller vloeiend van keer op keer hetzelfde,
lege glas.