Geschoren

Elke ochtend voor dag en dauw,
de huid van slaap nog soepel,
scheer ik je weg en voel als nieuw.

Mijn hand streelt jouw zijdezacht gezicht.

Rond het middaguur werpen
eerste stoppels reeds hun schaduw.
Fijnschurend in de avond,
grof op de grens van nacht.